Het Vrolijke Konijnenhol: Verschil tussen haas en konijn

Verschil in fysieke kenmerken

Hazen zijn over het algemeen groter en sneller dan konijnen.
Hazen hebben langere oren en grotere voeten dan konijnen.
Hazen hebben zwarte vlekken op hun vacht.
Konijnen zijn “altricial”, dat wil zeggen dat hun jongen blind en kaal geboren worden. Hazen zijn echter “precocial”, ze worden geboren met open ogen en vacht. Hierdoor zijn jonge hazen heel snel na de geboorte in staat voor zichzelf te zorgen.
Hazen hebben een zeer lange en sterke achterpoten, meer nog dan konijnen.
Konijnen en hazen komen beide tweemaal per jaar in de rui. Dit gebeurt in de lente en in de herfst. Konijnen hebben een bruine zomervacht en een grijzere wintervacht. Hazen (vooral hazen die in koude, besneeuwde gebieden wonen) krijgen een witte wintervacht.
Zowel konijnen en hazen hebben korte staarten.

Konijnen worden vaak gehouden als huisdieren en hazen niet.
Alle konijnen leven onder de grond in holen, terwijl hazen in eenvoudige nesten boven de grond wonen. Konijnen werpen hun nestjes onder de grond in deze holen, terwijl hazen dit bovengronds doen, vaak tussen de graspollen. Baby hazen hebben geen geur waardoor ze niet opvallen als prooi voor bijvoorbeeld vossen.
Konijnen hebben een draagtijd van 28-31 dagen. Hazen hebben een draagtijd van 41 tot 44 dagen. Konijnen kunnen tussen de 3 en 7 nestjes per jaar werpen, terwijl een haas er tussen de 1 en 4 zal werpen.
Hazen gebruiken hun snelheid om weg te komen van gevaar. Konijnen gebruiken hun graafkunsten hiervoor.
Konijnen zijn zeer sociale dieren en leven in groepen. Rammelaars (mannetjes konijnen) vechten binnen de groep om het dominante mannetje te worden. De dominante rammelaar paart dan met de meeste van de voedsters (vrouwtjes konijnen) in het gebied. Hazen leven meestal alleen. Ze komen alleen samen om te paren.
Konijnen eten liever zachte stengels, gras, groente en kruiden. Hazen eten meer hard voedsel: bast en schil, knoppen, kleine takjes en scheuten.

bron: www.fijnkonijn.nl